Veel gestelde vragen m.b.t. SPSS

SPSS is één van de meest gebruikte methoden om je kwantitatieve onderzoek uit te voeren. In deze FAQ beschrijven wij de meest voorkomende begrippen rondom SPSS.

Wat zijn descriptive statistics?

Onder descriptive statistics oftewel omschrijvende statistiek, vallen de SPSS-functies frequencies (aantallen), descriptives (beschrijven) en explore (onderzoeken). Deze gebruik je om je data te beschrijven. Als je wilt weten hoeveel mannen en hoeveel vrouwen in je onderzoek voorkomen gebruik je de functie frequencies. De gemiddelde leeftijd kun je achterhalen met de functie descriptives. De functie explore wordt gebruikt om naar de vorm van je data te kijken, bijvoorbeeld of deze wel normaal verdeeld is.

Wat zijn assumpties in SPSS?

Voordat je statistische toetsen uit kunt voeren, moet je eerst vaak de assumpties controleren waaraan jouw data moeten voldoen. Een belangrijke assumptie, die voor vrijwel alle toetsen in SPSS geldt, is de normale verdeling van continue variabelen (zie hierboven bij descriptive statistics).

Wat is de t-test?

Op basis van een gemiddelde wordt getoetst of er een verschil is met een gegeven gemiddelde (One Sample t-test), het gemiddelde van een andere groep (Independent Samples t-test) of dezelfde groep op een ander moment (Paired Samples t-test).

Wanneer gebruik je een t-test?

Je gebruikt de t-test als je een hypothese wilt toetsen op basis van gemiddelden. De t-test is geschikt voor één of twee groepen. Er zijn verschillende t-testen waaronder de paired samples t-test en de one Sample t-test.

Wat is de ANOVA?

De ANOVA staat voor ANalysis Of VAriance en toetst hypotheses door groepgemiddeldes met elkaar te vergelijken. De ANOVA analyseert de verschillen (in variantie) binnen de groepen met de verschillen (in variantie) tussen de groepen. Dit wordt getoetst met de F-toets. De onafhankelijke variabele die de groepen onderscheidt wordt ook wel de factor genoemd. Er is een verschil tussen een one-way en een two-way ANOVA.

Wanneer gebruik je een ANOVA-toets?

Je gebruikt een ANOVA-toets wanneer je een hypothese wilt toetsen op basis van groepsgemiddelden van één onafhankelijke variabele of factor. Je toetst of er überhaupt een verschil aanwezig is tussen de gemiddelden en vervolgens hoe de verschillende gemiddelden van elkaar verschillen door gebruik te maken van de Post Hoc test.

Wat is de One-way ANOVA toets?

De one-way ANOVA is een functie binnen SPSS om hypothesen te toetsen met twee of meer groepsgemiddelden. Doorgaans wordt een one-way ANOVA ingezet voor het toetsen van hypothesen met drie of meer groepsgemiddelden. Voor een vergelijking van twee groepsgemiddelden heb je immers de independent t-test.

Wat is de Two-way ANOVA toets?

De Two-way ANOVA toets is een functie binnen SPSS om hypotheses op basis van groepsgemiddelden te toetsen. De Two-way ANOVA toets maakt gebruik van twee (of meer) factoren of onafhankelijke variabelen. Door subgroepen te creëren en de variantie binnen de subgroepen te vergelijken met de variantie tussen de subgroepen, wordt getoetst of er een interactie-effect aanwezig is.

Wanneer gebruik je de Two-way ANOVA toets?

Je gebruikt de Two-way ANOVA toets als je meerdere hypothesen wilt toetsen op basis van groepsgemiddelden met twee of meer factoren of onafhankelijke variabelen. Hierdoor kunnen, naast de effecten van de factoren op zich (hoofdeffecten), de gecombineerde effecten van de factoren worden getoetst (interactie-effecten).

Wat is een regressieanalyse?

De regressieanalyse is een functie binnen SPSS om te toetsen of er een lineair verband is tussen één of meerdere onafhankelijke variabelen en één afhankelijke variabele. De regressie schat een rechte lijn die het best past bij een puntenwolk of scatterplot. Dit wordt berekend door na te gaan welke (geschatte) lijn de minste error variantie heeft met de individuele punten (linear least-square method). Ook hier moet je rekening houden met assumpties.

Wanneer gebruik je een regressieanalyse?

Je gebruikt de regressieanalyse als je wilt onderzoeken of één of meerdere onafhankelijke variabelen invloed hebben op één afhankelijke variabele. Tevens vertelt de regressieanalyse of dit een positieve of negatieve invloed is.

Wat is een multiple regressieanalyse?

Een multiple regressieanalyse is het uitvoeren van een regressieanalyse met meer dan één onafhankelijke variabele om de uitkomst voor de afhankelijke variabele te voorspellen. De multiple regressieanalyse kijkt of er op basis van de correlatie van meerdere onafhankelijke variabelen met de afhankelijke variabelen een (voorspellend) verband is dat gebruikt kan worden om een hypothese te toetsen. De multiple regressieanalyse maakt gebruik van continue of interval data, maar kan daarnaast ook één of meerdere categorische variabelen meenemen als onafhankelijke variabele (als zogeheten dummies).

Wanneer gebruik je de multiple regressieanalyse?

Je gebruikt de multiple regressieanalyse om te toetsen of meerdere onafhankelijke variabelen invloed hebben op een afhankelijke variabele en of dit een positief of negatief effect is. Tevens is het mogelijk om interactie-effecten te toetsen.

Wat is een factoranalyse?

De factoranalyse is een functie binnen SPSS om te kijken of meerdere variabelen samen te voegen zijn tot één of enkele factor. De factoranalyse kijkt naar onderliggende patronen en correlaties tussen de verschillende items. Items die vergelijkbare patronen hebben worden bij elkaar geplaatst. Op deze manier ontstaat er mogelijk één factor of enkele factoren.

Wanneer gebruik je een factoranalyse?

Je gebruikt de factoranalyse als je de onderliggende structuur van een groep items wilt onderzoeken. Deze toets is dus niet bedoeld om een hypothese te toetsen maar om je data te reduceren tot (enkele) factoren.

Wat is de Cronbach’s alpha?

Cronbach’s alpha is een manier om vast te stellen of meerdere items samen één schaal mogen vormen. Dit wordt getoetst op basis van de onderlinge correlatie van de verschillende items.

Wat is een MANOVA toets?

MANOVA staat voor Multivariate ANalysis Of VAriance. Je gebruikt de MANOVA toets als je 2 of meer groepen met elkaar wilt vergelijken in combinatie met één of meer onafhankelijke variabelen op basis van gemiddelden van meerdere afhankelijke variabelen.