30 juli 2017

Waarom is het aanbrengen van structuur in je scriptie zo belangrijk?

Je onderzoeksvoorstel of plan van aanpak is goedgekeurd en je mag beginnen met je onderzoek en het schrijven van jouw scriptie. Of je nu aan een bachelor- of masterthesis werkt, het effectief structureren van je scriptie is de sleutel om je verhaal goed over te brengen bij de examinatoren. Het zorgt ervoor dat je de relevante informatie in je hoofdtekst plaatst en de niet relevante informatie schrapt of verplaatst naar de bijlagen. Ook zorgt ervoor dat je focus houdt tijdens het schrijven van je scriptie. Kortom, het zorgt ervoor dat je niet gaat verzanden.

Wat is de juiste structuur van mijn bachelor of master scriptie?

Een bachelor- en masterscriptie verschillen qua diepgang en inhoudelijke eisen, beiden omvatten meestal de volgende onderdelen:

  1. Voorpagina of titelpagina: De titelpagina is net zoals een spannend boek de eyecatcher van je scriptie. Op de titelpagina zet je de titel, je naam, opleiding en studentennummer.
  2. Informatiepagina (optioneel): De informatiepagina geeft aanvullende informatie en is niet altijd verplicht. Sommige opleidingen gebruiken alleen het titelblad. Check dit goed in de handleiding van je opleiding. Als je een informatiepagina toevoegt dan vermeld je hier onder andere de titel, informatie over je begeleiders, informatie over jezelf zoals je naam, studentennummer en e-mail, en informatie over je opleiding. Je sluit af met de datum waarop je de scriptie inlevert.
  3. Voorwoord: Het voorwoord is de plek waar je de lezer kunt informeren over je ervaringen gedurende het scriptietraject. Daarnaast kun je in het voorwoord de mensen bedanken die je geholpen hebben bij het realiseren van je scriptie. Het voorwoord schrijf je pas als je scriptie af is.
  4. Abstract (samenvatting): Hier gaat het om een samenvatting van meestal ongeveer 200-300 woorden (1 A4). Hierin benoem je op hoofdlijnen de belangrijkste zaken. Je beschrijft kort de aanleiding van het probleem en wat je hebt gedaan om de oorzaak van het probleem in kaart te brengen. Tot slot geef je aan wat je belangrijkste bevindingen zijn en welke conclusies en aanbevelingen je hebt voor je opdrachtgever.
  5. Inhoudsopgave: Een goed gestructureerde inhoudsopgave geeft alle hoofdstukken en secties duidelijk weer en bevat paginanummers. Maak je gebruik van Word? Dan kun je het maken van hoofdstukken, secties, en het invoegen van grafieken en tabellen automatiseren zodat je ook de inhoudsopgave automatisch kunt genereren.
  6. Lijst met figuren en tabellen (optioneel): Als er figuren en tabellen in de scriptie voorkomen, kan je deze hier vermelden.
  7. Lijst met afkortingen (optioneel): Als er veel afkortingen of vaktermen worden gebruikt, kan een lijst met een uitleg van deze afkortingen en vaktermen en hun betekenis handig zijn voor de externe lezer.
  8. Inleiding: In de inleiding introduceer je het onderwerp door de aanleiding te noemen en deze te trechteren naar het probleem van je opdrachtgever. Je beschrijft de probleemanalyse, probleemstelling, het doel van de scriptie, je onderzoeksvragen (hoofdvraag en deelvragen) en sluit het hoofdstuk af met een leeswijzer.
  9. Theoretisch kader. In het theoretisch kader beschrijf je de theorieën en modellen die relevant zijn voor je onderzoek. Belangrijk hierbij is dat je meerdere theorieën en modellen zoekt en deze met elkaar vergelijkt. Vervolgens leg je uit waarom je voor jouw opdrachtgever kiest voor een specifiek model of theorie. En deze theorie en modellen pas je vervolgens ook toe in je scriptie.
  10. Methodologie: In de onderzoeksmethoden (ook wel methodologie genoemd) beschrijf je welk onderzoek je gaat uitvoeren om de centrale vraag en deelvragen te beantwoorden.
  11. In je resultatenhoofdstuk beschrijf je de de onderzoeksresultaten, vaak met behulp van grafieken, tabellen of andere geschikte illustraties. Het is niet de bedoeling dat je klakkeloos je enquête erin plakt. Je zult hier juist de bevindingen met elkaar moeten combineren om de juiste conclusies te trekken en daarmee ook de juiste aanbevelingen te geven.
  12. Discussie: In je discussie komt de interpretatie van je resultaten, de vergelijking met de bestudeerde literatuur, beantwoording van onderzoeksvragen, en bespreking van eventuele beperkingen van het onderzoek.
  13. Conclusie: In je conclusie formuleer je conclusies vanuit je onderzoek. Je gebruikt zowel je bevindingen in je theoretisch kader als je deskresearch en onderzoeksresultaten. In dit hoofdstuk geef je antwoord op de onderzoeksvragen.
  14. Aanbevelingen: In je aanbevelingen geef je suggesties voor verder onderzoek of praktische aanbevelingen gebaseerd op de conclusies. Let goed op dat je antwoord geeft op de centrale vraag en dat je alle deelvragen hebt meegenomen. Soms vraagt je opleiding om een adviesrapport.
  15. Reflectie: In je reflectie ga je reflecteren op je scriptieproces. Ook dit hoofdstuk schrijf je als laatste. Een apart reflectieverslag kan ook onderdeel van je bachelor- of masterstudie zijn.
  16. Bijlagen: Eventuele aanvullende materialen zoals enquêtes, interviewtranscripties, of uitgebreide tabellen.
  17. Referentielijst: Een lijst van alle gebruikte bronnen en literatuur volgens een bepaalde referentiestijl (bijv. APA, Leidraad voor juridische auteurs).

Optioneel kun je een voorwoord en dankwoord toevoegen. Bij een masterscriptie wordt vaak ook gevraagd om een verklaring van eigen werk op te nemen. In deze verklaring beschrijf je dat je scriptie je eigen werk is, met vermelding van eventuele hulp die je hebt ingeschakeld en geraadpleegde bronnen.

Schrijf je een ontwerpgericht onderzoek? Dan volg je vaak de stappen van de design thinking cyclus; Empathize, Define, Ideate, Prototype en Test. Vaak begin je wel met een inleiding waarin je de voorlopige probleemstelling en aanleiding benoemd. Vervolgens ga je de ontwerpvraag in kaart brengen en verwerk je de gebruikte literatuur in je hoofdtekst. Ook onderbouw je de keuzes die je maakt en leg je de methodologie uit in de hoofdtekst. Dit zijn vaak geen aparte hoofdstukken.

Tip: De exacte structuur kan variëren afhankelijk van de instelling waar je studeert en de specifieke eisen die je opleiding stelt. Bekijk daarom altijd de richtlijnen van je opleiding, deze kunnen variëren. Vaak staan deze in een afstudeersyllabus. Bekijk ook het beoordelingsformulier waarop de competenties staan waar je op getoetst wordt.

Tips bij het structureren van je scriptie

  1. Volg de richtlijnen van je opleiding en lees je afstudeerhandleiding. In de afstudeerhandleiding van je opleiding staan de belangrijkste eisen opgenomen waaraan je scriptie moet voldoen. Ons advies is dan ook om deze richtlijnen goed op te volgen. Vaak verschillen de eisen per opleiding, daarom is het verstandig eerst goed te bekijken wat de richtlijnen zijn vanuit jouw opleiding.
  2. Bekijk voorbeelden van andere scripties. Scriptievoorbeelden kun je vinden in de databank van je opleiding. Ook kun je voor hbo-bachelorscripties kijken in de hbo-kennisbank. Voor Vlaamse scripties kun je de Vlaamse database raadplegen. Maar let op, het bekijken van andere scripties staat zeker niet garant voor het halen van een goed cijfer, iedere scriptie volgt zijn eigen proces. Ga daarnaast ook geen onderdelen klakkeloos kopiëren, daar kun je zelfs voor worden afgestraft, want dat is plagiaat. Wel kun je kijken wat een globale indeling is die binnen jouw opleiding gangbaar is.
  3. Maak een heldere planning. Investeer in het maken van een goede planning. Zorg dat je voldoende momenten van rust inbouwt tussen het harde werken door. Doe je dat niet dan ontstaat er vaak een soort blindheid, je hebt dan teveel bepaalde gedeelten gelezen en kunt dan niet scherp meer zijn op fouten.
  4. Zorg voor een logische volgorde van je document. Organiseer je hoofdstukken en secties op een logische manier, waarbij elk onderdeel voortbouwt op het vorige. Dit maakt het gemakkelijker voor de lezer om de verhaal te volgen.
  5. Gebruik duidelijke en samenhangende titels en subtitels. Hierdoor kan de lezer gemakkelijk door de scriptie navigeren (scannen) en begrijpen waar elk deel over gaat.
  6. Denk aan je lezer. Vermijd moeilijke taal en vakjargon als dat niet nodig is. Check onze tips voor het schrijven van verslagen voor meer tips.
  7. Wees consistent in je schrijfstijl. Schrijf bijvoorbeeld alles in tegenwoordige tijd, of in de verleden tijd. Wees ook kort en bondig en vermijd herhalingen.
  8. Wees relevant. Durf te schrappen wat niet nodig is en neem alleen relevante informatie op in je hoofdtekst.
  9. Maak gebruik van grafieken, tabellen, figuren en bijlagen om je argumenten te versterken en gegevens te illustreren.
  10. Structureren lastig? Gebruik dan een mindmap. Mindmappen is een van de technieken die wij zelf veel gebruiken. Door te mindmappen bepaal je de structuur, maar ook wat je ongeveer per onderdeel op papier gaat zetten. Door te mindmappen structureer je niet alleen je scriptie maar ook je gedachten.
  11. Klaar? Lees je scriptie zelf goed door en ga corrigeren. Neem de tijd om je scriptie grondig te herlezen, aantekeningen te maken en correcties door te voeren. Controleer op grammaticale fouten, spelling en interpunctie.
  12. Vraag feedback aan anderen. Schakel tijdig de hulp in van anderen en laat hen ook meelezen en kijken of je verhaal logisch is opgebouwd en of zij snappen wat je wilt overbrengen. Lees ook onze scriptietips waarmee je de puntjes op de i kunt zetten.

Direct hulp bij het structureren van jouw scriptie?

Als je zelf merkt dat je vastloopt op de structuur van je scriptie, de rode draad kwijt bent of dat je steeds feedback krijgt van je scriptiebegeleider dat je verhaal lastig te volgen is of dat essentiële informatie mist, dan kan het handig zijn om toch hulp in te schakelen. Omdat onze scriptiecoaches nog niet zo diep in de materie zitten kunnen zij vaak uitzoomen en met je meekijken waar het probleem zit.

Samen met een scriptiecoach die past bij je afstudeerrichting krijg je weer overzicht en brengen we de rode draad aan in je verhaal. Je krijgt direct een inhoudelijke check en praktische tips en concrete adviezen. Vaak zijn een paar uur al voldoende om je document beter leesbaar te maken.

Maak snel een afspraak voor een gratis adviesgesprek.

Over Jouw Scriptiecoach

Jouw Scriptiecoach biedt studenten door heel Nederland en Vlaanderen ondersteuning en support bij het schrijven van het onderzoeksvoorstel, plan van aanpak en scriptie. Je kunt bij ons zowel online scriptiebegeleiding als scriptiebegeleiding op locatie kiezen.

We kunnen je helpen bij onderstaande hulpvragen:

  • Scriptiebegeleiding in de breedste zin van het woord. Of je nu gaat beginnen, vastgelopen bent en geen overzicht meer hebt. Samen met jou onderzoeken we hoe we je weer in beweging krijgen;
  • Als je gaat starten met je scriptie en wilt sparren over je onderzoeksrichting;
  • Als je onderzoeksvoorstel, plan van aanpak of scriptie is afgekeurd of als je gaat herkansen;
  • Als je een check wilt op taal, structuur en gebruikte bronnen;
  • Als je hulp wilt bij het uitvoeren of verwerken van de resultaten van je kwantitatieve onderzoek (SPSS en Stata);
  • Als je uitstelt, last hebt van faalangst of bij een diagnose als ADHD, ADD, dyslexie en/of autisme. Hiervoor hebben we gespecialiseerde scriptiebegeleiders in huis.

Onderaan deze pagina kun je direct contact opnemen voor een gratis en vrijblijvend adviesgesprek.

Dit bericht werd geschreven door:

Linda Hovestad

Linda Hovestad

Linda Hovestad is een ervaren scriptiebegeleider die zowel HBO, Master en universitaire studenten kan helpen bij hun onderzoeksvoorstel, plan van aanpak, het schrijven van een scriptie of een herkansing. Daarnaast is Linda de oprichtster en eigenaresse van Jouw Scriptiecoach. Naast Jouw Scriptiecoach heeft Linda haar eigen marketingadviesbureau: Hovestad Marketing en Strategie BV. Voor verschillende opdrachtgevers…

Lees verder...